Tuesday, November 3, 2009

Racistische Chicklit

De Poorten van de Hel


Achterflap

Op een dag verandert alles in het leven van Chantal. Op weg naar een sollicitatie valt voor haar neus een hoofddoekje flauw in de trein. Wat moet ze doen. Iedereen laat het links liggen, ook de conducteur waagt zich er niet aan. Chantal kan het niet over haar hart verkrijgen om haar te laten liggen. Op een bankje op het perron, komt Chantal er achter dat Fátima gewoon kan praten. Een vriendschap is geboren, die zover gaat dat Chantal zich wil bekeren tot de islam. Nieuwsgierig als ze is loopt ze op het pad naar Allah. Haar familie en vrienden begrijpen er niets van, beginnen zich er mee te bemoeien dat ze het niet moet doen. Maar ze is als betoverd, luistert naar niemand meer. Chantal helpt Fátima waar ze kan. Ook met het aanvragen van uitkeringen voor de familie van Fátima, in heel Europa en Marokko. Zo komt ze in contact met Hans een uitkeringsconsulent, een simpele jongen, maar die wel in prachtige woorden Chantals ziel weet te raken en haar aan het twijfelen brengt. Hoe kan hij zo mooi spreken, waar heeft hij dat geleerd? Maar de neefjes van Fatima ontvoeren Hans, omdat hij niet wil mee werken aan het verstrekken van de uitkeringen. Zal Chantal Hans nog levend zien en zal ze dan bij zinnen komen, of is Hans ook niet te vertrouwen, is het een Christenhond?



Fragment

“Chantal had niets tegen godsdiensten, als iemand ergens in wou geloven ok, maar om dat nu zo onder haar neus te moeten wrijven. Letterlijk want dit hoofddoekje stonk, ze had dat wel eens gehoord dat dat vaak het geval was, ze kon nu constateren dat nog klopte ook. Waarom ging deze gelovige nu net tegenover haar zitten, rondom was alles leeg? Ze zocht toch geen contact ofzo? En waarom stond er net een raam achter de ongenode gast open? Chantal vermoedde dat ze zweette, wat niet zo gek was met het warme weer, en dat de tocht zweetdamp precies haar kant op blies.
Straks zou het hoofddoekje waarschijnlijk ook nog haar mond gaan open doen, en Chantal zou er dan geen woord van verstaan natuurlijk, en dan nog die lucht er bij. Het werd Chantal te veel, ze kon het er niet bij hebben, straks had ze die belangrijke sollicitatie, ze was al zo zenuwachtig. Die gelovige gooide alles in de war. Ze stond op, snoof even afkeurende door haar neus en liep de coupe uit.
In het halletje vroeg ze zich af of ze zich niet had aangesteld, gelukkig had niemand het gezien. Nog twee haltes, ze was verlost van het hoofddoekje, maar haar rust was compleet weg. Dat ging zo nooit wat worden, ze zou straks vast weer gaan stotteren, dat kwam altijd terug, die handicap en juist als het erom ging.
Ze was op een klapstoeltje gaan zitten en keek recht de coupe. Nadat ze gecontroleerd had dat haar haar en make-up nog goed zaten, sloot ze even haar ogen in een poging haar rust te hervinden. Ze opende haar ogen al weer snel, stel dat ze in slaap viel!

Wat!? Het hoofddoekje kwam haar kant op! Jezus, wat een irritant mens! Chantal vluchtte verder op zoek naar een conducteur.”

No comments: