Thursday, April 12, 2012

Een ongemakkelijk weerzien bij een supermarktingang, voor een bak met Metro’s.

Ik schrok toen ik haar zag, geloofde eerst niet dat zij het was. “Je ziet er goed uit”, loog ik. We waren allebei in verwarring. Normaal schold ik daklozenkrantverkopers altijd uit, voor luie donders. En zij wist niet wat ze moest doen met haar krantje. “Misschien moet je ergens anders gaan staan?”
Langzaamaan kan iedereen behalve ik alles. Koken op Michelinster niveau, een design badkamer aanleggen, zingen voor volle zalen, columns voor de Metro schrijven. Autorijden is al te moeilijk voor me, maar daar heb ik mee leren leven. Nee, ik ga niet met het OV. Kwestie van thuiswerken en familiebanden doorsnijden. Als ik ergens heen wil, blijkt dat veelal, als ik er goed over nadenk, helemaal niet nodig.

Kijkend naar wat de eindstreep haalt; een Metro lezerscolumn is zo overbodig als een wijnbar in Mekka, nietszeggender dan een wielrenner die de etappe naar Alpe d’Huez heeft gewonnen en tegelijkertijd voor mij zo onbereikbaar als mijn tenen en mijn achterste kiezen bij het tanden stoken. Dat is niet het zelfde. Tenzij ik geen benen meer heb.

Niet wetend waarover te schrijven van ellende maar gaan stofzuigen. Hopend op een ingeving, maar behalve de gedachte een geruisloze stofzuiger te gaan uitvinden en daarmee binnen te lopen schiet er niets te binnen. Als ik klaar denk te zijn, blijkt dat al die tijd het schuifje bij de slang boven openstond. Daarna is het weer stil, achter mijn toetsenbordje. Die ik ook eens moet zuigen; koekkruimels, van oude biscuitjes. Een van de eerste recycleraars was banketbakker Do Schat in Utrecht. Die verwerkte al zijn restmateriaal, onder de toonbank liggend vooral, in de lokaal beroemde spoorpunten. Welke later verboden werden. Oude penlite batterijen verzamel ik in wijnflessen, die ik daarna in de grijze bak gooi, bij mij achter het huis. Verwacht niet dat ik de aarde red, een column schrijven lukt me al niet.

Ik besloot de hele stapel van haar over te nemen. Zodat ze niet meer in de kou hoefde te staan, naar huis kon, nou ja, naar een plek waar het warm was. Terwijl ik mijn portemonnee pakte, schreeuwde iemand me toe: “Het is een oplichter! Straks wordt ze opgehaald met een BMW.”
Telt u even mee? We zijn bijna bij het eind. O shit, er moet nog een ziekte in; ze heeft aids, kan nauwelijks meer lopen daardoor. Nu even secuur uitmeten zodat het precies past: 398, 399, 100 euro!

1 comment:

Miss Moneypenny said...

Nou Willem, ik ben benieuwd...
(En om maar even in jouw stijl te blijven: 'tontril anvmens'. Dan zijn die sommen van mij toch makkelijker).